Iedereen is bekend met guacamole. In Mexico heeft iedere regio zijn eigen recept, maar waar ze het allemaal over eens zijn is dat de basis van een goede guacamole bestaat uit tomaat, ui, een pepertje, avocado, koriander en citroen. Met deze ingrediënten maak je dus guacamole maar ook aguamole. Aguamole wordt veel gebruikt in taquerías, oftewel taco restaurants en dit is de variant waarbij alle ingrediënten gepureerd worden en er dus geen stukjes meer in zitten. Een echte guacamole heeft stukjes en wordt enkel thuis bereidt.

Ik kocht guacamole voorheen altijd kant-en-klaar in een potje van een bekend merk, want makkelijk, snel, enzovoort. Maar nu weet ik beter. Guacamole kun je zo makkelijk zelf maken. Het is zo gepiept!

Ingrediënten:
– twee rijpe avocado’s
– een kleine rode ui, zeer fijngesneden
– een rode peper, zeer fijngesneden (zonder zaadjes en zaadlijsten)
– twee eetlepels koriander (fijngehakt)
– een flinke snuf zout
– peper
– een halve tomaat (optioneel), alleen de buitenkant, fijngesneden. (je verwijdert dus het vruchtvlees en zaadjes)
– citroensap

Bereidingswijze:
Snijd de avocado´s doormidden en verwijder de pit. Schep het vruchtvlees uit de avocado´s en doe dit in een schaal. Prak de grof avocado´s met een vork. Sprenkel het citroensap er overheen. Voeg de rode ui, koriander, zout, peper toe. Voeg tevens de rode peper toe, maar doe dit op smaak. Een rode peper smaakt erg pittig, dus als je niet van pittig houdt, doe dan een halve peper erin. Mix alles goed door elkaar en serveer.

Wil je tomaat toevoegen? Voeg dit dan op het laatste moment toe. Zo blijft de smaak van de guacamole het beste.
Tip: Smeer voordat je de rode peper snijd je handen in met olijfolie. Zo was je de peper makkelijk van je handen. Handig als je net als ik lenzen draagt en geen pijnlijke momenten wilt ervaren